De tweevoudige Nobelprijswinnaar Professor Linus Pauling heeft deze term in 1968 gelanceerd. Orthos uit het Grieks betekent juist of gezond. Het gaat om de juiste moleculen die het lichaam nodig heeft om goed te functioneren. Het is biochemisch en het betreft dus lichaamseigen stoffen. In tegenstelling tot de chemische aanpak uit de reguliere geneeskunde is dit een zeer veilige aanpak. Kennis van zaken is natuurlijk wel vereist.

​

De grondlegger van de geneeskunde, Hippocrates, had de stelling 'dat geen enkele ziekte die door dieet kan worden genezen, met andere middelen dient te worden behandeld'. Inmiddels is dit volledig op de achtergrond geraakt doordat de mens gewend is aan het idee dat een ziekte met een pilletje op te lossen is. Dit pilletje heet dan medicijn of geneesmiddel. Nu is kennis van voeding en voedingsbestanddelen veel meer het terrein geworden van de orthomoleculair adviseur.

​

Deskundigheid is nodig ten aanzien de zogenaamde macronutriënten in de voeding. Dit zijn de grotere bestanddelen. Daarnaast is kennis van de toepasbaarheid van de kleine bestanddelen, de micronutriënten nodig. Dit zijn vitaminen, mineralen, aminozuren, vetzuren en bijzondere bestanddelen.

​

Macronutriënten
Macronutriënten bestaan uit koolhydraten, eiwitten en vetzuren. Je hebt gezonde en ongezonde koolhydraten, gezonde en ongezonde eiwitten, gezonde en ongezonde vetten. Door je voedingskeuze in relatie te brengen met je klachten is er verbetering te bereiken. Hierin kan ik gericht adviseren.

​

Micronutriënten

Voeding bevat naast de grotere bestanddelen ook de veel kleinere moleculaire bestanddelen. Dit zijn vitaminen, mineralen, aminozuren, vetzuren en andere bestanddelen. Wetenschappelijk onderzoek heeft inmiddels veel inzichten opgeleverd.
Er is inmiddels heel veel bekend over de werkzaamheid bij ziekten en aandoeningen.
Het grote voordeel is dat het bij verstandig gebruik volledig veilig is en het de vitaliteit alleen maar ten goede kan komen.

 

Naast de algemeen bekende inzichten in de orthomoleculaire geneeskunde is er ook nog advies op maat te geven. Hierbij maak ik gebruik van waardebepalingen in het bloed, urine en speeksel (DNA-bepaling). Daarnaast geven de metingen met de Oberon screening ook concrete behandelgegevens op.